Ik geloof niet in God, maar ben graag in de kerk | Column Vak K

Journalist Erna Straatsma.© Foto Hielco Kuipers

Erna Straatsma

God is een vreemde voor me. Ik ken hem niet. Toch kom ik graag in de kerk. Daar is rust.

Als kind was ik een van de weinigen die geheel zonder godsdienst opgroeide. Dat werd me duidelijk toen de juf op de lagere school vroeg wie wel eens naar de kerk ging. Ik niet, ik was ’niks’, zoals mijn gelovige klasgenoten dat noemden.

Mijn ouders en grootouders leefden ook zonder godsdienst. Mijn opa werd weliswaar met geloof opgevoed, maar had daar op zijn twaalfde genoeg van. Liever Nietzsche en andere filosofen in zijn leven dan God. Al drukte mijn opa me op het hart om delen van de Bijbel te lezen, zoals Prediker. Ik zou genieten van deze literatuur.

Kerken durfde ik lange tijd niet te bezoeken. In clubhuizen voor gelovigen hoorde ik niet thuis, was mijn gedachte. Niet pottenkijken daar. Niet de rust en het geloof van anderen bezoedelen.

Reizen veranderde mijn opvatting. Kerken, moskeeën en synagogen kon ik best bezoeken, hoorde ik in allerlei landen. Met respect voor de regels van godshuizen, dat natuurlijk wel. Oude gebouwen boezemen ontzag in. Er heerst een aangename rust, koelte.

Te koop lopen met mijn leven zonder God, dat kan ik beter niet doen. Daar oogst je in grote delen van de wereld geen vrienden mee. Eerder onbegrip. Zo was er een taxichauffeur in Egypte die tijdens een lange rit naar Suez vroeg of ik christen of moslim was. Op beide vragen antwoordde ik ontkennend. De man zuchtte diep en schudde toen zijn hoofd. Onbestaanbaar was het voor hem dat ik nergens in geloofde. Hoe kun je zo leven? Hij zei de rest van de rit niks meer.

Een zus van mijn vader verhuisde in de jaren vijftig naar Canada en raakte daar in de ban van God. Als ’reborn’ probeerde ze haar Nederlandse familie te overtuigen, maar dat lukt niet. Haar moeder, mijn oma, kreeg darmkanker en ze ontving een brief met de hartenkreet: Call on the Lord. „Er staat geen telefoonnummer bij”, schamperde mijn oma. Niet lang daarna overleed ze.

In mijn stad, Leiden, zijn veel mooie kerken waar ik graag kom. Niet om God te ontmoeten, maar om even stil te staan bij het begrip tijd. Geboorte, leven, lijden, dood. Vergankelijkheid en eeuwigheid. Ik laat me meevoeren door de stilte, die op veel andere plekken zeldzaam is. Ik geniet van de kalmte, het zijn, het niets hoeven.

In een winkelstraat staat de Hartebrugkerk die elke zaterdag open is voor bezoekers. Gelovigen schrijven wensen op aandoenlijke briefjes, voor een ziek familielid of een stervende.

Nee, ik geloof niet in het heil van een vreemde. Maar wel in rust en berusting, daar heb ik baat bij.

Verslaggeefster Erna Straatsma (1963), werkzaam bij deze krant, heeft uitgezaaide borstkanker. Ze vertelt over haar leven als patiënte in het kankercircuit, ofwel Vak K.

Meer nieuws uit Opinie-Column

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.