Singer Laren toont uniek overzicht werk Kees van Dongen: van anarchist naar schilder van de society
Kees van Dongen, ’La Chimère-Pie’, ’Het bonte paard’, ca. 1895/1907, olieverf op doek, 201 x 293 cm, Nouveau Musee National de Monaco.
Wie Kees van Dongen zegt, zegt ’Het blauwe hoedje’, een portret van een mooie, jonge Française uit de societykringen van Parijs. Het werk is wereldberoemd en het hoogtepunt in de collectie van Singer Laren. Dat de schilder van de beau monde en de gestileerde vrouwenportretten met de kenmerkende grote ogen zijn carrière begon als geëngageerde kunstenaar laat het Gooise museum zien in de tentoonstelling ’Kees van Dongen, de weg naar succes’.
Het openingsstuk van de expositie is een bijna één meter hoog zelfportret, dat Van Dongen (1877-1968) maakt rond 1895. De jongen uit Delfshaven, geboren in een arbeidersgezin, toont zich breedgeschouderd, handen in de broekzakken, het hoofd in zelfvertrouwen iets omhoog gedraaid. Met zijn forse postuur beslaat hij bijna de gehele omvang van het venster achter hem. Door het raam zijn de gele en groene scheepsmasten van de haven te zien.
De achttienjarige staat aan de vooravond van zijn vertrek naar Parijs. Daar betrekt hij in 1897 een atelier in de wijk Montmartre. Niet om er te gaan schilderen, maar om te gaan tekenen. Hoewel het schuine dak van de werkruimte hem nauwelijks in staat stelt rechtop te staan, blijkt het een gouden greep. De wijk is het epicentrum van kunstenaars, een groep van jonge avant-gardisten die lak hebben aan academische kunst, aan de dan heersende regels en in hun anarchie naar vrijheid zoeken.
Het is precies de goede plek voor de Rotterdammer en zijn maatschappijkritische tekeningen. Rond 1897 maakt hij de omslagtekening van de uitgave ’De Anarchie’ van Pierre Kropotkine, wat iets vertelt over zijn sympathieën. „Ik wil een tekenaar zijn voor het volk”, zou hij ooit beweerd hebben.
Tegelijkertijd weet de kunstenaar feilloos de juiste contacten te leggen, kunstcritici voor zich te winnen en relaties aan te gaan met de Parijse galeries voor moderne kunst, die er op dat moment toe doen. „Let maar op, ik ga beroemd worden”, is eveneens een uitspraak van de kunstenaar in zijn vroege jaren. ’Het bonte paard’ (rond 1895-1907), is een metersgroot olieverf op doek van een paard op zijn achterbenen, dat de hemel lijkt te gaan bestormen. Het is een van de twee finalestukken van de tentoonstelling in Singer Laren en verbeeldt wellicht de ambitie van de jonge man.
Prins Albert
Samensteller van ’Kees van Dongen, de weg naar succes’ is Anita Hopmans. De gastconservator is Van Dongen-specialist en senior conservator bij het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Met de totstandkoming van de tentoonstelling was tweeënhalf jaar gemoeid. De stukken die door musea en particulieren in bruikleen zijn gegeven komen van ’all over the world’, van New York tot Japan. Prins Albert van Monaco, bijvoorbeeld, leent Van Dongens portret van de bokser Jack Johnson uit. Johnson wordt in 1908 de eerste zwarte wereldkampioen zwaargewicht, wat in Amerika tot rassenrellen leidt. De schilder zet hem rond 1914 naakt neer met hoge, zwarte hoed en wandelstok in de hand.
Wereldwijde roem
De expositie omvat 65 schilderijen, 25 tekeningen, tien affiches (een geweldig portret van Joséphine Baker) en vijf keramieken. Daarmee krijgt het publiek voor het eerst een goed inzicht in de ontwikkeling van de schilder en zijn gang naar wereldwijde roem. Daaraan hebben zijn talent en ambitie hun bijdragen geleverd plús misschien een zekere mate van geluk. Zoals een treffen met de destijds bekende tekenaar Théophile-Alexandre Steinlen. Die ziet Van Dongen met zijn tekeningen op een straathoek staan in het begin van zijn verblijf in de Parijse hoofdstad. Steinlen is onder de indruk en zet het satirische blad L’Assiette au Beurre op het spoor van de kunstenaar. Het is zijn eerste ’podium’.
Prostituees
„Op een goede dag voelde ik plotseling dat ik moest gaan schilderen”, zou Van Dongen gezegd hebben. De geëngageerde tekenaar van het Parijse leven van prostituees, artiesten, circuslui en arbeiders maakt in 1904 zijn debuut als schilder bij de Parijse Galerie Vollard. Het is een kunsthandel die met Cézanne en Gauguin voor verandering in de schilderkunst staat. Het is een succes en dan gaat het als een speer. Zijn werk valt in datzelfde jaar op tijdens de Salon des Indépendants en op de Salon d’Automne in 1905 is hij samen met onder anderen Henri Matisse vertegenwoordigd. De heldere kleuren van hun kunst levert deze groep kunstenaars de naam ’Les Fauves’ op, ’wilde beesten’. Van Dongen sluit zich in 1906 bij hen aan.
Picasso nodigt hem uit voor het ateliercomplex Le Bateau-Lavoir, een daaropvolgend atelier van de schilder bevindt zich naast het theater Folie-Bergère. Daar maakt Van Dongen kennis met het elektrische licht, dat hij als eerste kunstenaar in zijn doeken verwerkt. Hij gebruikt daarvoor een uitgesproken palet van lichtgroen, fosforgeel en fel oranjerood. „Zijn handelsmerk”, aldus Jan Rudolph de Lorm, museumdirecteur van Singer Laren.
„Op een goede dag voelde ik plotseling dat ik moest gaan schilderen […] Nu ben ik beroemd - dat is alles”, luidt de volledige tekst van de man, vele jaren later. De geëngageerde tekenaar van destijds in het krappe atelier in Montmartre is een beroemd schilder, die in de vrouw een muze vindt. Hij bewoont een kast van een huis aan het Bois de Boulonge, leidt een mondain leven, heeft een modieuze klantenkring en schildert navenant.
’Het blauwe hoedje’, het portret van de chique Parisienne dateert uit 1937. Zeven jaar eerder, in 1930, neemt de kunstenaar de Franse nationaliteit aan. Anita Hopmans: „De Fransen hebben het altijd over Van Dongen als ’Fransman, geboren Nederlander’. Nee, het is een Nederlander die naar Frankrijk kwam.”
’Kees van Dongen, de weg naar succes’, Singer Laren. Gastconservator Anita Hopmans. Te zien tot en met 7 mei, dagelijks open van 9.30 - 17.30 uur en op donderdag tot 21.30 uur.
Waar en wanneer
’Kees van Dongen, de weg naar succes’, Singer Laren. Gastconservator Anita Hopmans. Te zien tot en met 7 mei, dagelijks open van 9.30 - 17.30 uur en op donderdag tot 21.30 uur.