Lezer herkent zich als jongetje naast zijn moeder in jappenkamp
De foto had hij jaren geleden al eens gezien in enkele dagbladen. Er ging een emotionele schok door hem heen en hij bestelde de foto direct na, om een vergroting ervan in zijn werkkamer te hangen. Vorige week zag hij de foto weer in de krant, als illustratie in het vignet ’Getuigen van de oorlog’, bij de serie artikelen met lezersreacties over de oorlog in Nederlands-Indië.
,,De foto is gemaakt in ons laatste kamp Aik Pamieke op Sumatra. De vrouw rechts is mijn moeder, ik ben het jongetje daarnaast’’, zegt Frank Dippel uit Hoorn. Hij is in 1939 geboren in Medan en zat tot 1946 in een vijftal jappenkampen met zijn moeder, oudere zuster en jongere broer. De foto zal ’gezien de voedingssituatie’ na augustus 1945 zijn gemaakt, denk Dippel. ,,Commentaar van mijn zus: Vast een reclamefoto van de jappen om te laten zien dat we ’het best wel goed hadden’ in de kampen.’’
Hun vader was te werk gesteld aan de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra. Een spoorlijn van ergens naar nergens die na de oorlog nimmer in gebruik is gesteld, anders dan de veel bekendere Birmaspoorweg, waar ook veel Nederlandse krijgsgevangenen aan gewerkt hebben onder erbarmelijke omstandigheden en waarvan plastisch gezegd wordt dat ’onder elke spoorbiels een dode’ ligt.
Over het kamp van Pakanbaroe schreef C. van Heekeren in de jaren zeventig van de vorige eeuw ’Het pannetje van Oliemans’. Oliemans was een gevangene die in zijn rantang-eetpannetje alle namen van zijn medegevangenen had gekrast. Ook die van Dippel staat erop. ,,In 1963 is er een foto gemaakt van overlevende reünisten rond dat bewuste pannetje. Mijn vader staat ontbrak. Hij was in 1955 helaas jong overleden aan een ziekte’’, aldus Frank Dippel, die tot zijn pensionering in 2003 werkte als kno-arts in het Westfriesgasthuis.
Lees alle verhalen van ’Getuigen van de oorlog’ hier.