Ruzie over 'zwart geld' in Hotel Soest

Ruzie over 'zwart geld' in Hotel Soest. Foto ANP

Redacteur De Gooi- en Eemlander
soest

Exploitant van het failliete Hotel Soest, voelt zich als huurder gemangeld tussen de gemeente, die een vergunning weigert, en de ’dubieuze’ eigenaar van het pand aan de Birkstraat. Die zou verdacht worden van het witwassen van crimineel geld in zijn bedrijf. De exploitant is naar de rechter gestapt.

De vroegere hotelmanager van Krasnapolsky en Marriott Hotel vindt dat zijn goede naam in diskrediet is gebracht. De gemeente liet een zogeheten bibob-onderzoek doen, vooral gericht op de eigenaar die van 2007 tot 2009 geweten zou hebben van de mensenhandel en gedwongen prostitutie in het Soester hotel. Het heette toen nog Het Witte Huis. De eigenaar werd er niet voor veroordeeld, wel twee mannen uit Soest. De kersverse hotelier, die in april zijn zaak opende, stelt per brief de gemeente aansprakelijk, omdat die hem geen signaal heeft gegeven over de reputatie van de eigenaar. ,,Ik ben begin dit jaar op kennismakingsbezoek geweest bij de burgemeester voor de vergunningen voordat ik het huurcontract tekende. Het bibob-onderzoek liep toen al. Hij had iets kunnen zeggen van: ik zou er nog maar een nachtje over slapen.”,,Ik moet nu ook maar bewijzen dat ik als huurder niets met witwaspraktijken te maken heb.” De exploitant zegt al een halfjaar ruzie te hebben met de eigenaar, omdat die - tegen de afspraak in - het pand in maart opleverde met kapotte ramen, defecte televisies en andere mankementen. Om dit voorjaar zijn hotel te kunnen openen, moest hij voor tienduizenden euro’s extra investeren. Zelf had hij al een ton uitgegeven aan vernieuwing van het restaurant en zalen. Tegemoetkomend aan de wens van de gemeente heeft hij een poging gedaan om een koper met onbesproken gedrag te vinden voor het pand. Een Turkse investeerder had interesse, maar haakte op het laatste moment af. Daarna zag de exploitant geen andere mogelijkheid dan op 5 december faillissement aan te vragen en de deur te sluiten. De eigenaar noemt zijn voormalig exploitant een ’keurige man en een goede werknemer, maar geen ondernemer’. Hij vindt dat die niet met het vingertje moet wijzen. ,,Hij moet de schuld niet bij een ander leggen. Hoe krijg je het voor elkaar om in zeven maanden drie ton schuld te maken, voor inrichting, rekeningen van de slager, de bakker, het personeel en noem maar op? Dat doe je toch niet.’’ Het bibob-onderzoek is bij elke nieuwe horecaonderneming heel normaal, stelt hij. De problemen rond de vergunning hadden in zijn ogen niet met het hotelverleden te maken. ,,Exploitant is een schone jongen. Hij had een vergunning gekregen als hij het in opdracht van de gemeente aangepaste huurcontract had getekend.’’De exploitant bevestigt dat er geen obstakel meer was voor een vergunning, als hij het gewijzigde contract had ondertekend. Dat weigerde hij echter, omdat het ’uitstel van executie’ zou zijn. De huurperiode zou al na anderhalf jaar eindigen. ,,Ik kan mijn grote investeringen niet in zo’n kort tijdsbestek terugverdienen. Ik vroeg dan ook om een langere termijn.’’ De eigenaar zegt dat hij weer op zoek gaat naar iemand die een hotel wil starten in zijn pand. Een woordvoerster van de gemeente wil niet inhoudelijk ingaan op de kwestie. ,,In het kader van de zorgvuldigheid en privacybescherming doen wij geen mededelingen of hij onzuiver is.’’ De gemeente acht zich niet aansprakelijkheid voor de geleden schade, zoals de exploitant stelt. ,,Wij zijn niet verantwoordelijk om mensen te waarschuwen, als er bedenkingen mochten zijn in het kader van de wet bibob. Exploitanten moeten maar zelf nagaan met welke persoon zij een zakelijke overeenkomst aangaan.’’

Augustus 2021: op verzoek van betrokkene is dit artikel geanonimiseerd.

Meer nieuws uit Gooi en Eemland

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.