Tobias Rabelink leeft voor de muziek
Tobias Rabelink veroverde in mei de tweede plaats op muziekfestival Funpop. © foto pr
Hij deed mee aan het tv-programma ’Down met Johnny rocks!’, speelde in 2011 met zijn voormalige band The Garden of Love op Pinkpop en in mei van dit jaar veroverde hij op muziekfestival Funpop de tweede plaats bij een zangwedstrijd voor mensen met een verstandelijke beperking.
Tobias Rabelink (22) uit Eemnes leeft naar eigen zeggen voor de muziek en tegen het einde van dit jaar komt hij met een eigen album en liveshow.
„Ik wil iedereen zo hard horen schreeuwen dat ik bijna doof word! Heeft iedereen er zin in?”, roept Rabelink door de microfoon. Het antwoord van het Funpoppubliek is een oorverdovend ’ja’. „Jongens, zijn jullie er ook klaar voor?”
De bandleden op het podium steken hun handen omhoog. „Oké, let’s go!” Waarna de eerste klanken van zijn vrolijke nummer ’Muziek muziek muziek” door de speakers schallen. Op het muziekfestival Funpop 2016 was de finale van Funfactor, een wedstrijd voor zangtalenten met een verstandelijke beperking. Rabelink wist met zijn zelfgeschreven nummer uiteindelijk de tweede plaats te bemachtigen.
'Gewoon knallen'
Ik zoek de jonge muzikant op in zijn woning in de woongroep Happy Home in Eemnes waar hij nu zo’n anderhalf jaar begeleid woont. „Ik ben nooit verlegen tijdens optredens”, vertelt Rabelink. „Al kon ik vroeger wel nerveus zijn. Maar daar ben ik overheen. Nu is het gewoon knallen.”
Op het podium gedraagt hij zich als een ware entertainer. ’Ik hoor jullie niet’ en ’Kom op handjes in de lucht’ of ’Zing eens even mee’, zijn slechts enkele oneliners waarmee hij het publiek snel op zijn hand weet te krijgen. „Ik heb het niet geleerd. Het is gewoon leuk om de mensen mee te slepen als je op het podium staat. Ik geniet er van.”
In zijn kamer staat de prijs die hij kreeg voor zijn tweede plaats op Funpop. Hij pakt de houten plak even van de kast. „Ik ben er heel trots op maar ik moet eerlijk zeggen dat ik eigenlijk graag had willen winnen. Maar iemand deed het nummer ’Bloed zweet en tranen’ van André Hazes en die pakte de eerste plaats”, zegt hij een beetje beteuterd.
Eigen cd
Lang treurt Rabelink er niet om. Hij duwt de cd die hij samen met zijn muzikaal begeleider Roland Jenster heeft opgenomen in de cd-speler. De cd heeft tien zeer uiteenlopende eigen nummers, en is qua muziek helemaal af. „Hij is opgestuurd naar een producer om de eindmix te maken.”
Rabelinks album zit vol met grappige en scherpe teksten, over dieren die in een band spelen, een duister lied over een dief en zelfs over de kikker van Duinrell.
Zijn eerste nummer ’Zuigwagenblues’ gaat over zijn fascinatie voor deze ronkende machines: „Je ziet ze rijden door alle straten, je hoort ze zuigen in hoeken en gaten. Je hoort ze tieren, puffen en blazen, ze nemen de bladeren eens flink te grazen.”
In dit scheurende bluesnummer hebben zijn timing en stemgeluid zelfs iets weg van Bob Dylan. „Ik heb het lied een keer opgevoerd bij een bedrijfsfeest van Trilo”, vertelt hij trots. „Zij maken die zuigwagens.”
Show
Tobias Rabelink heeft het Williams Beuren Syndroom, een aangeboren aandoening die ontstaat doordat er een bepaald stukje erfelijk materiaal in het dna ontbreekt. Er is in het begin vaak een achterstand in de groei en ontwikkeling van de taal en het praten.
Maar die achterstanden worden later meestal ingehaald. Zo spreek Rabelink vloeiend Engels en Duits. Mensen met het Williams Syndroom zijn vaak ook heel muzikaal en kunnen goed melodieën onthouden.
Vader Charlie Rabelink is samen met muzikaal begeleider Jenster van plan om na de zomer een show in te studeren met Tobias. „De cd moet een visitekaartje voor de show worden. We willen een kleine tour doen langs instellingen en andere plekken waar mensen met een verstandelijke beperking te vinden zijn.”
(App-gebruikers zien een video hier)