,,Veel van deze mensen zijn in lichamelijk slechte conditie, zijn slechtziend of zelfs niet meer in staat hun eigen sokken aan te trekken. En tóch verlangt de overheid dat deze mensen zichzelf in veiligheid brengen in geval van brand.’’

De kwestie werd begin deze maand door de Hilversumse SP aangekaart, naar aanleiding van het loskoppelen van de brandmeldinstallatie van de aanleunwoningen van zorgcentrum Zuiderheide. Op steeds meer plekken worden aanleunwoningen reguliere woningen, ziet ook Broertjes. ,,Maar de kwetsbaarheid van de betreffende senioren blijft.’’

Broertjes maakt zich zorgen, net als de Brandweer Nederland en de Brandweer Gooi en Vechtstreek. ,,Helaas kan het veiligheidsbestuur of het college niet de landelijke wetgeving veranderen.’’ Wat wél kan, is samen optrekken met Brandweer Nederland en de 24 andere Veiligheidsregio’s.

Afgelopen vrijdag bracht Broertjes, als voorzitter van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, het onderwerp ter sprake in het Veiligheidsberaad, het overleg met alle Veiligheidsregiovoorzitters. Die spreekt dat wel aan, dat ’samen optrekken’. ,,Onze lijn wordt landelijk ondersteund en vindt veel bijval’’, rapporteert Broertjes uit het Veiligheidsberaad. Ook het feit dat de Tweede Kamer ter verhoging van de brandveiligheid een ’apk’ wil voor seniorenwoningen, ziet hij als steun in de rug. Voor de gemeente Hilversum zelf ligt er ook een taak. ,,Langer zelfstandig wonen vraag om lokaal maatwerk dat door de gemeente wordt gecoördineerd.’’

Daar is Hilversum al druk mee, blijkt uit de beantwoording van SP-vragen door de burgemeester. Zo is er een gesprek geweest met Amaris en Dudok Wonen, de verhuurder van de ex-aanleunwoningen van Zuiderheide. Broertjes: ,,Afgesproken is dat beide partijen met de brandweer in gesprek gaan. Daarnaast heeft de wethouder Zorg al contact gehad met Amaris en ons ongenoegen geuit.’’

In Hilversum zijn tot nog toe negen ’ontkoppelingen’ van seniorenwoningen van het centrale brandmeldsysteem van een zorgcentrum bekend, meldt Broertjes. Er komt er zeker nog één aan.