Soest wint zaak rond Soester Hoogt
De gemeente Soest heeft een kort geding over de omstreden bebouwing aan het Soester Hoogt in Soesterberg op alle fronten gewonnen. Vreemd genoeg speelde in de rechtszaal ook een woning een rol die burgemeester Metz - volkomen legaal - huurde van P. van Eijkelenburg uit Soesterberg.
Van Eijkelenburg, die al bijna 20 jaar op die plek woont, vertelde op de zitting dat hij een woning verhuurde aan de burgemeester. Niet dat dat in het geding ter zake deed, maar het toonde wel de verbetenheid aan waarmee hij de juridische strijd voert tegen de gemeente Soest.
Verstening
De gemeente Soest wil wonen in het bosgebied niet toestaan, want de gemeente wil verstening tegengaan. De gemeente zette vorig jaar forse dwangsommen op de bouwwerken die P. van Eijkelenburg had laten verrijzen op die plek. Per 1 september dient hij vertrokken te zijn uit zijn woning, voor 1 oktober moet hij de panden die hij bewoont onbewoonbaar maken, en voor 1 november moet hij een deel van de gebouwen op het perceel afbreken. Aan elk van de drie eisen van de gemeente hangt bij niet nakomen van de eisen een te betalen dwangsom van 5.000 euro per maand, met een maximum van 150.000 euro.
De gemeente ruziede al jaren met de eigenaar. Het perceel dat hij heeft gekocht, bestond uit bosgrond en een gebouw dat in gebruik was als berging en een gebouw dat door de vorige eigenaar gebruikt werd als zomerhuisje. Volgens het toen geldende bestemmingsplan had het de bestemming natuurgebied en er mocht niet worden gebouwd.
Illegaal
Maar de gemeente constateerde tijdens een controle in 2015 dat het gebouw illegaal werd bewoond, dat het was vergroot en vernieuwd zonder vergunning en was samengevoegd met een ander gebouw. De gemeente schreef de eigenaar aan.
Hij beriep zich op het overgangsrecht. Hij gaf aan dat hij de gebouwen die er al stonden alleen had gerenoveerd en dat er niets nieuws was neergezet. De rechter was het daar niet mee eens. Op basis van foto’s uit het verleden en van recente foto’s constateerde ze dat de verbouwing veel verder ging dan een eenvoudige renovatie.
Bovendien vindt de rechter dat er veel te veel bijgebouwen op het terrein zijn neergezet. Dit betekent dat de gemeente moet optreden.
De gemeente wil de eigenaar de keuze laten welke bijgebouwen hij gaat verwijderen. Van de bijna 300 vierkante meter die is bebouwd, moet hij de helft afbreken.
De rechter benadrukte in zijn motivatie dat Van Eijkelenburg al vanaf 1998 wist dat hij op dit perceel niet mocht bouwen en dat hij de bestaande gebouwen alleen mocht gebruiken als opslag of vakantiehuisje. Permanente bewoning was daarom niet toegestaan.
Wat burgemeester Rob Metz betreft: hij heeft zich bewust buiten het conflict gehouden toen het college besloot te gaan handhaven en grondeigenaar Van Eijkelenburg aan te schrijven. Hij wilde niet betrokken raken bij een juridisch en bestuurlijk conflict waarmee hij als burger niets te maken had, en als functionaris elke schijn van belangenverstrengeling wilde voorkomen.
De grondeigenaar en eigenaar van de woning die Metz huurde zegde direct nadat de gemeente hem aanschreef de huur van Metz op. Die is op zijn beurt zo snel mogelijk op zoek gegaan naar een nieuwe woning en die heeft hij inmiddels ook betrokken.
Hoger beroep
Van Eijkelenburg vroeg aan de rechtbank een voorlopige voorziening, in de volksmond wel een kort geding genoemd. Dat kan mits er een spoedeisend karakter is aan de zaak. Een civiele procedure kan soms jaren duren. In dit geval lag er een eis, gekoppeld aan data. Van Eijkelenburg kan besluiten zijn juridische gevecht met de gemeente door te zetten. Of hij dat doet is nog niet duidelijk, zijn advocate was woensdagmiddag niet bereikbaar voor commentaar.