Geen titel, wel een begrafenis
Barry Diteweg in de derby tegen IJsselmeervogels.
Het mislopen van het kampioenschap, de goede start van het seizoen 2015/2016 en de verloren Spakenburgse derby. Een greep uit het Spakenburg-overzicht 2015. Barry Ditewig, keeper van ’de blauwen’ laat zijn licht schijnen over een aantal ’bizarre’ gebeurtenissen uit het afgelopen jaar.
Het mislopen van het kampioenschap 2014/2015
Ditewig: „Dat had echt niemand verwacht. Zeker niet gezien de kwaliteit van de selectie. Ik denk dat het door de slechte periode na de winterstop kwam. We hebben toen geen enkele keer twee keer achter elkaar gewonnen. Dat zegt in principe al genoeg. Iedereen deed zijn best, maar het lukte allemaal net niet. De laatste competitiewedstrijd, tegen Rijnsburgse Boys, was exemplarisch voor de tweede seizoenshelft. Het leek net of iedereen er niet alles voor gaf, terwijl dat wél zo was. In de rust hoorden we de tussenstand van Barendrecht-Kozakken Boys. Toen deden de staf, de aanvoerder en ook ik ons zegje. We moesten laten zien tot wat we in staat waren. Het kón nog, als Kozakken Boys verloor. Ik deed mijn best om iedereen op het juiste pad te krijgen, maar er waren te veel jongens uit vorm. Toen we hoorden dat Barendrecht zijn plicht had gedaan, was het uiteraard dubbel zo zuur. Een bizarre ontknoping van het seizoen.
De goede start van het seizoen 2015/2016
Ditewig: „Ik denk dat we beter zijn begonnen dan vorig jaar. Halverwege het seizoen staan we op de derde plek, twee punten achter koploper Kozakken Boys. Ten opzichte van vorig jaar hebben we een kwalitatief sterkere spelersgroep. Aanvallend hebben we meer opties en ook op het middenveld en in de verdediging is het niveau gestegen. De opvallendste versterking is Danny van den Meiracker, die als spits al twaalf keer heeft gescoord. Gezien zijn voorgeschiedenis bij Spakenburg, en daarna NEC en FC Oss, was dat wel te verwachten, maar je weet nooit hoe iemand terugkomt na twee operaties. Naast het feit dat we dit seizoen veel scoren, krijgen we ook veel goals tegen. Dat komt omdat we met veel druk naar voren spelen en omdat we veel meer slordige fouten maken. Met meer druk naar voren spelen werkt goed tegen de klein clubs, maar tegen de topclubs halen we er nog geen resultaat mee.”
De verloren Spakenburgse derby
Ditewig: „Met 3-1 verliezen van IJsselmeervogels was een teleurstelling. Het blijft, ongeacht de ranglijst, een wedstrijd op zich. We kwamen snel op achterstand, dat is ook een tendens dit seizoen. Bovendien kreeg Dominique Scholten al in de tweede minuut een rode kaart. Toch zie je dan dat wij zelfs met tien man het betere van het spel hebben, al is het logisch dat je dat niet de rest van het duel kunt volhouden.”
Dopinggebruik door Spakenburg-spelers
Ditewig: „Die zaak ging over het seizoen 2011/2012 en daar was ik niet bij. Ik speelde toen nog voor Achilles’29. Het afgelopen seizoen hebben we er slechts een staartje van meegekregen. De uitspraak kwam, er zijn geen gevolgen geweest voor de club of de spelers. Het heeft geen invloed gehad op onze spelersgroep en op ons spel. Of ik zelf ooit te maken heb gehad met doping in de sport? Nee. Wel met de normale shakes en creatine, maar dat was allemaal conform de geldende dopingprotocollen.”
Dubbele beenbreuk tweede keeper Lorenzo Hop
Ditewig: „Als oudere keeper ben je vier keer in de week betrokken bij zo’n jongen, die in het begin van zijn carrière staat. Dan doet zo’n beenbreuk wel wat met je. Ook omdat ik goed met hem overweg kan. Ik vond het heel zielig, ook al is dat misschien een beetje een raar woord. Het is jammer, zeker gezien de ontwikkelingen die hij doormaakte. Hij liet goede dingen zien op de training en maakte al op jonge leeftijd zijn debuut in de topklasse. Hij was misschien wel mijn opvolger op dat moment. Zijn carrière zit nu in een dip. Ik zie hoe hard hij werkt aan zijn comeback. Ik hoop echt dat het hem gaat lukken.”
Overlijden van het zoontje van Joël Tillema
Ditewig: „Dat is uiteraard de zwartste bladzijde van het jaar. Iedereen werd met zichzelf geconfronteerd. Het heeft bovendien veel invloed gehad op het team. We zijn meer naar elkaar toe gegroeid. Jongens die vader zijn, betrokken het ook op zichzelf. Ik ben ook naar de begrafenis geweest, dat was echt zwaar. Joël ging door alle zorgen die hij had, minder presteren. Ik denk dat hij daarom ook is weggegaan bij Spakenburg. Hij werd er te vaak mee geconfronteerd. De hele wereld draait door. Behalve bij diegene op wie het betrekking heeft. Bij Rijnsburgse Boys kon hij weer een ’frisse’ start maken.”