De Woensberg: Geen graf wordt vergeten in Blaricum
Beheerder Henk de Boer op De Woensberg in Blaricum.© Foto: Studio Kastermans/Leon Dakkus
Het decor voor een horrorfilm of een plek van troost en herdenking? Begraafplaatsen zijn vaak mysterieuze oorden vol verhalen. De regio kent ze in alle soorten en maten. Bij de een vind je kleurrijke grafstenen met 3D-foto’s, op een ander zoeken nabestaanden troost in rituelen. De Gooi- en Eemlander bezoekt deze zomer elke week een andere begraafplaats en spreekt de beheerders.
„Kijk nou wat zonde.” Henk de Boer trekt een bos paarse bloemen uit een afvalbak naast een lange rij graven. Een gebruikelijke handeling voor de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats in Blaricum.
„Regelmatig vind ik prachtige planten en bloemen tussen het groenafval. Gisteren kwam ik nog een heideplantje tegen, dat heb ik op een kaal graf gezet.” De Boer voelt zich verantwoordelijk voor zulke graven. „Als beheerder ken je de graven die druk worden bezocht, maar ook de graven waar niemand komt. Ik probeer ze er toch een beetje leuk uit te laten zien.”
Op de algemene begraafplaats, die in de volksmond De Woensberg heet, liggen zo’n vijfduizend mensen. De Boer kent een groot deel bij naam. Een bezoekster spreekt hem aan. Ze komt voor haar oma. „Oh die ligt daar achteraan, met die mooie bamboeplanten eromheen. Wist je dat ik daar stekjes van heb gemaakt en ze verderop nu ook groeien? Ze doen het prachtig. Hoe is het trouwens met haar man?”
Zulke gesprekken zijn voor De Boer alledaagse kost. „Soms komen bezoekers met grafnummers aanzetten, dan heb ik geen idee. Maar als ze zeggen ’meneer De Vries’, weet ik precies waar hij ligt.” De beheerder herinnert zich vaak ook nog de begrafenis. „Maar dat is de laatste jaren wel minder geworden. In het begin maakt alles natuurlijk nog diepe indruk.”
Kwetsbaar
De Boer is van origine tuinman en hij werd twintig jaar geleden bij het begraafplaatswerk behoorlijk in het diepe gegooid. „Ik was nog maar een paar maandjes bij de gemeente Blaricum in dienst als assistent-beheerder, toen de toenmalige beheerder ziek werd. Ik had net vier begrafenissen meegemaakt.” Toch werd De Boer aangewezen als nieuwe beheerder. „In het begin maakte ik alle fouten die je kan maken.”
Inmiddels heeft hij zijn draai helemaal gevonden. „Ik kan goed inschatten wat nabestaanden nodig hebben. Het is belangrijk om mee te leven, maar het moet niet mijn eigen verdriet worden. Ik wil het niet mee naar huis nemen.”
De beheerder moet van zichzelf wel iets blijven voelen. „Als het me niets meer kan schelen wie ik onder de grond stop, ga ik een ander beroep zoeken. Dat is niet gezond.”
De Woensberg voelt een beetje als een klein dorp, met De Boer als burgemeester. „Met veel bezoekers bouw ik een band op. Ik leer ze kennen terwijl ze op hun kwetsbaarst zijn. Vaak komen ze bij mij hun hart luchten.”
Geliefde
De beheerder heeft daar een goede verklaring voor. „Als een geliefde dood gaat ontmoet je veel mensen die komen en gaan. Begrafenisondernemers zijn na twee weken weer verdwenen. Ook vrienden en familie gaan op een gegeven moment verder, maar ik niet. Ik blijf hier. Bij mij komen ze terug.”
Peerdenkerkhof
De begraafplaats is niet altijd zo populair geweest. „Toen de begraafplaats in 1910 werd aangelegd wilde niemand hier liggen. Iedereen wilde in het dorp bij de kerk worden begraven.” Dat lag ook aan de vorige bestemming van de locatie. Een rustplaats voor oude paarden. „Waar ze neervielen werden ze begraven. In de Blaricumse volksmond werd het hier daarom het ’peerdenkerkhof’ genoemd.”
Van dat imagoprobleem heeft de begraafplaats tegenwoordig geen last meer. Er is zelfs ruimtegebrek. Na een uitbreiding (180 nieuwe graven) kunnen ze weer even vooruit, maar de regels op de begraafplaats zijn wel strenger geworden. Sinds 2012 mogen er alleen nog inwoners worden begraven die op het moment van overlijden in Blaricum ingeschreven stonden of in de laatste kwart eeuw vijf jaar aaneengesloten ingeschreven waren. Een plekje reserveren is al langer niet meer toegestaan.
De beheerder heeft onlangs een aantal graven moeten ruimen om plaats te maken. Daar proberen ze net als op andere begraafplaatsen altijd zo lang mogelijk mee te wachten.
„Het is geen plezierige bezigheid.” Na de opgraving worden de overblijfselen verzameld en herbegraven in een massagraf elders op het terrein. Al is herbegraven niet helemaal het juiste woord, want van enig ceremonieel wordt deze ’tweede keer’ afgezien. Wat niet wil zeggen dat het achteloos geschiedt. „Het gaat wel respectvol hoor”, verzekert De Boer.
Geen regels
De begraafplaats is een bonte verzameling van bloemen, groen en versierde grafstenen. „Alles mag hier. In tegenstelling tot veel andere algemene begraafplaatsen, hanteren wij geen regels over de aankleding van graven. Alleen de afmetingen staan vast.”
De Boer draagt zelf ook een hoop bij aan al het groen. Dagelijks is hij in de weer met zijn kruiwagen. „Het was altijd mijn droom om paradijselijke tuinen te creëren.” De beheerder kijkt om zich heen. Over de begraafplaats waar minstens veertig verschillende soorten hosta’s groeien. „Misschien is dat eigenlijk al gelukt.”