Elke dag een kunstwerk in postkantoor Hilversum

Stijn Keuris
Hilversum

Elke dag maakt Raphaël Hermans een kunstwerk en dat een jaar lang. Ondanks het succes kijkt de Hilversumse kunstenaar stiekem ook wel uit naar projecten waar hij wat langer aan kan werken. Het schilderen kreeg hij mee van zijn opa, de bekende cabaretier Toon Hermans. Hij vond het niet erg dat Raphaël zijn eindexamen niet haalde. „Hij zei dat ik lekker moest gaan schilderen. Twee jaar later had ik mijn eerste expositie.”

Voor Hermans is het belangrijk om buiten de deur te schilderen. Want met twee jongens in de puberteit is het thuis druk, en bovendien geeft het structuur. Elke dag stapt hij ’s ochtends vroeg zijn atelier in, zet hij de muziek aan en gaat hij aan het werk. Want, zo zegt Hermans, het werk als kunstenaar moet je heel serieus nemen en je moet blijven presteren. Zeker met het project X365. Hermans besloot om vanaf zijn verjaardag op 26 januari elke dag een kunstwerk te maken, een heel jaar lang. Hij weet van tevoren niet wat hij gaat maken, hij laat het gebeuren. En dat betekent ook dat er soms een wat minder geslaagd werk bij zit. „Af en toe begin ik opnieuw, want er zit natuurlijk wel een kwaliteitsgrens aan”, legt hij uit. „Maar buiten dat zijn er werken waar ik heel tevreden over ben en anderen die ik minder interessant vind. Dat is ook niet erg, het is een soort psychologisch rapport aan het eind van het jaar, een visueel dagboek. Ik ga het niet uitfilteren tot het perfect is, de werkjes zijn een soort schetsgedachte. Misschien voelde ik me op een bepaalde dag niet helemaal senang en dan zie je dat terug. Dat is ook wel weer mooi.”

Spijt

Hermans zegt geen moment spijt te hebben gehad van het project, maar zodra het klaar is gaat hij het ook niet missen. Normaal gesproken is hij een schilder die juist de tijd neemt om zijn werk te ontwikkelen. Met een groot doek kan hij een maand bezig zijn, elke ochtend bekijkt hij het opnieuw en voegt dan wat toe. Die tijd is er met X365 niet. Aan de andere kant heeft Hermans wel een nieuwe doelgroep te pakken. De kleine werkjes kosten, niet toevallig, 365 euro per stuk, terwijl creaties van hetzelfde formaat normaal gesproken voor het dubbele bedrag worden verkocht. Daarmee brengt hij ook jongere en minder kapitaalkrachtige mensen in aanraking met kunst. „Dit bedrag is eigenlijk niet reëel, maar voor het project was het mooi. En dus kunnen de meeste mensen nu een origineel kunstwerk aanschaffen. Mijn klantenkring bestond vooral uit wat oudere mensen, dat is nu veranderd. Sommige mensen reserveren ook een datum. Laatst kwam ik bijvoorbeeld in contact met twee ouders die een werk cadeau wilden doen aan hun jarige dochter. Ik heb met ze afgesproken dat ik het dezelfde dag nog inlijst en dat ze het ’s avonds op kunnen halen. Ze vroegen nog of ik het eerder kon leveren, maar dat gaat niet. Ik wil het echt op de dag zelf maken en niet vooruit gaan werken.”

Muziek

Of hij nou zijn atelier binnenwandelt voor het dagelijkse kunstwerk of een doek dat langer de tijd nodig heeft, Hermans zet altijd als eerste muziek aan. Ook heeft hij een complete bandset staan, met drumstel, gitaren en natuurlijk zijn eigen instrument, de basgitaar. Hij werkt nooit in stilte en de muziek heeft ook invloed op zijn werk. Laatst zag hij op internet een project waarbij muzikanten werden opgeroepen om muziek te schrijven bij kunstwerken van de grote meesters. „Dat is precies wat ik doe, maar dan andersom”, zegt hij. „Ik zet muziek om in kleur. Als ik de setting van een doek bepaald heb, zoek ik muziek in die sfeer op. Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld jazzrock of Braziliaanse muziek. Het zet je gelijk in een sfeer en ik heb dat nodig. Ooit had ik de kans om te leven van de muziek, toen ik als bassist veel in bandjes en theaters speelde met muzikanten en kleinkunstenaars. Maar met muziek is het lastig om echt geld te verdienen, of je moet van het niveau zijn dat ik weer net niet haal. Ik vond het verschrikkelijk leuk om te doen en het wereldje sprak me ook aan. Je repeteert, gaat samen op pad en speelt dan voor publiek. Je doet veel samen, als kunstschilder ben je veel meer alleen. Gelukkig heb ik nog wel de tijd om wat te spelen. Zo viel ik onlangs in bij het duo Veldhuis en Kemper, toen hun bassist even wegviel. ”

Opa

Na zijn mislukte middelbare schoolloopbaan kreeg hij van zijn familie de ruimte om zich op schilderen te richten. Heel vreemd was dat ook niet, de jonge Raphaël had al laten zien wat hem echt boeide. En dat was niet braaf in de boeken zitten. In een groot huis in Hilversum woonde hij met de hele familie bij elkaar. Zijn opa Toon schilderde in zijn vrije tijd en had een eigen atelier in huis. Raphaël kreeg alle ruimte om daar wat aan te rommelen als kleine jongen. Soms alleen, soms samen met zijn opa. „Ik heb het altijd op eigen kracht willen doen en geen gebruik willen maken van de ingangen die beschikbaar waren door mijn beroemde opa. Maar inmiddels ben ik al wat ouder en zet ik me niet meer af. Ik ben juist heel erg trots op mijn achtergrond. Door mijn opa ben ik gaan schilderen en ik heb heel veel van hem geleerd. Niet zozeer technisch, maar uit de gesprekken die we hadden. Soms mocht ik over zijn werken heen schilderen of maakte ik een mooi ondergrondje waar hij mee aan de slag ging. Het verliep allemaal heel organisch. Hij voelde zich niet direct een kunstenaar, maar hij zag wel dat ik aanleg had en vooral ook dat ik er plezier in had. Hij liet dat op een mooie manier merken. Vaak lag er een papiertje of een kartonnetje voor me klaar, met een gedichtje over de kleuren die ik gebruikte, of hoe je anders kan kijken. Hoe je kleuren warmer of zachter kon maken, dat soort dingen. Ik vind dat enorm waardevol. Ik kreeg dan ook geen straf toen ik mijn eindexamen niet haalde. Het was niet dat ik het niet kon, maar mijn hoofd zat ergens anders. Mijn opa zei tegen me dat het atelier en de verf beschikbaar waren en dat ik dat lekker moest gaan doen. Twee jaar later had ik mijn eerste expositie.” Dat hij zelf met school mocht stoppen, betekent niet dat zijn zoons dat ook mogen. Hermans is getrouwd met een docente. „Dus naar mij wordt toch niet geluisterd”, zegt hij lachend. „Maar het zorgt ook voor een goede balans. En je neemt altijd iets mee uit de omgeving waar je opgroeit. Mijn zoons hebben een kunstenaar als vader en zijn ook geïnteresseerd. Vooral in muziek. Ik probeer dat te voeden, maar zit er absoluut niet bovenop.”

Ambitieus

Ondanks zijn successen blijft Hermans ambitieus. Bijvoorbeeld exposeren in het buitenland, want dat is er tot nu toe nog niet van gekomen. Omdat hij niet snel werkt blijft er weinig liggen en wordt het meeste verkocht, waardoor de noodzaak er niet echt is. Wel staat er wat anders te gebeuren. Met zijn goede vriendin Marijke Verkoren bedacht Hermans het plan om een oud theater in te richten voor kleine concerten, variërend van jazz tot try-outs van kleinkunstenaars. Peter en Deirdre Blankenstein, ook actief in de kunstwereld, besloten erin te investeren en kochten de oude Bolland studio’s in Blaricum. Dat pand was ooit het dorpstheater en dat zal het weer worden, onder de naam Theater Enzlin. Hermans zal zijn atelier naar die plaats verhuizen en gaat de artistieke invulling voor zijn rekening nemen. „Ik heb veel contacten in de kleinkunstwereld en ga proberen er prachtige dingen te programmeren. Of ik zelf ook meer ga spelen weet ik niet, maar alleen al bezig zijn met muzikanten vind ik geweldig. Ik blijf natuurlijk vooral kunstschilder, daar ligt het zwaartepunt. Maar ik vind het ontzettend leuk om weer op deze manier bezig te zijn met muziek en theater. Op die manier verbind ik het weer met elkaar.”

Meer nieuws uit GE

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.