Nog geen geld voor gedupeerden Soester beleggingsfraude
Een handjevol gedupeerden van de vermeende beleggingsfraude door de 66-jarige Soester Hans J. is vrijdag van een koude kermis thuisgekomen. Ze dachten hun ingediende schadeclaims in de Utrechtse rechtszaal besproken te zien, maar kregen van de strafrechter te horen dat ze hun geld via de civiele rechter terug moeten zien te krijgen.
Hans J. en zijn 31-jarige zoon Simon worden door justitie gezien als de spil in een grote fraudezaak met beleggingsfondsen. Ze zouden onder valse voorwendselen ruim 700 beleggers hebben verleid om in totaal 24 miljoen euro te investeren in beleggingsfondsen met namen als HVO III en Weststaete.
Met het geld zou onroerend goed in Duitsland worden aangekocht, maar volgens het openbaar ministerie is slechts 7 miljoen euro daar daadwerkelijk voor gebruikt. De rest ging op aan privé-uitgaven, of werd gebruikt om rente in andere fondsen uit te betalen, aldus justitie.
In totaal 391 beleggers voegden zich als ‘benadeelde partij’ in het strafproces om een schadeclaim in te kunnen dienen, maar de rechtbank kwam deze week tot de conclusie dat de behandeling van de vorderingen toch een te zware belasting zou zijn voor het strafproces en tot ongewenst uitstel zou leiden.
Zware belasting
Hoewel de gedupeerden per brief waren geïnformeerd dat hun vorderingen vrijdag niet meer behandeld zouden worden, kwam toch nog een enkeling opdagen.
De raadslieden van vader en zoon hadden maandag al bij de start van het proces bepleit om de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren omdat het een te zware belasting voor het strafproces zou zijn. Zij kregen kort voor de zitting ,,twee verhuisdozen” met schadeclaims die ze nog niet of nauwelijks hadden kunnen bestuderen.
Zonder straf
Bovendien zou bij Hans J. niets te halen vallen. De Soester is vorig jaar persoonlijk failliet verklaard. Ook alle vennootschappen die bij de fraude betrokken zouden zijn geweest, zijn pleite gegaan.
De strafzaak gaat maandag verder met de strafeisen van de officier van justitie. In totaal staan in de zaak zeven personen en vijftien vennootschappen terecht. De aanklaagster onthulde vrijdag al dat ze voor de betrokken bv's een schuldigverklaring zonder straf zal eisen.
Volgens haar heeft het opleggen van een geldboete geen zin omdat dit ten koste zal gaan van de boedel van de failliete vennootschappen. Het geld dat er nog is, moet via de curator terug naar de beleggers, aldus de officier van justitie. Ze liet zich niet uit over de strafeisen voor vader en zoon, en hun vijf medeverdachten. Vader en zoon hebben wel al acht maanden in voorarrest gezeten.