De officier van justitie had een jaar geëist waarvan vier maanden voorwaardelijk. De officier had ook om de directe gevangenneming van de Bussumer gevraagd bij een veroordeling. De Utrechtse rechtbank drukte Van B. op het hart om naar de uitspraak te komen.

De rechtbank was van mening dat Van B. niet erg begreep dat echte kinderen het slachtoffer zijn van de productie van kinderporno. Van B. was braaf naar de uitspraak gekomen. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, maar verklaarde de straf ’niet uitvoerbaar bij voorraad’ zodat Van B. niet direct werd opgepakt. Hij kan nog in hoger beroep. De rechtbank legde ook een verplichte behandeling op. Die behandeling begint wel direct.