Gooise zorgbedrijven zijn stevig én kwetsbaar

Ronald Frisart
Hilversum

De regionale zorgbedrijven Amaris, Hilverzorg en Sherpa zagen hun winsten vorig jaar ver inzakken, Vivium en Inovum schreven zelfs rode cijfers. Hoofdoorzaak: het kabinetsbeleid. Moeten we vrezen voor het voortbestaan van de ondernemingen die in het Gooi en de Vechtstreek langdurige zorg leveren aan ouderen en gehandicapten?

We hebben het dan niet over uitzonderlijke situaties. Zo’n afschrikwekkend voorbeeld van hoe het niet moet is Inovum, waar topman Wim Schimmel dankzij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg met een ruimschoots gevulde geldzak vertrok. Onder zijn verantwoordelijkheid zijn daar in het verleden financiële strapatsen uitgehaald (onjuiste cijfers gerapporteerd, investeringen verkeerd gefinancierd) die het bedrijf in heel zwaar weer hadden doen belanden als niet op het laatst was ingegrepen. Het personeelsbestand werd ingekrompen, investeringen werden uitgesteld. In 2013 werden de boeken met verlies gesloten, maar inmiddels schrijft Inovum weer zwarte cijfers.

Inovum is echter een uitzonderlijke brekebeen (geweest) en zo’n ’incident’ zegt niets over de rest van de sector. Maar helaas is het ook daar niet allemaal rozegeur en maneschijn. Alle jaarverslagen over 2013 laten slechte exploitatieresultaten zien. Toch tonen de directies en toezichthouders het nodige zelfvertrouwen. Zo meldt de raad van toezicht van Hilverzorg dat ze ’constateert dat Hilverzorg een financieel gezonde uitgangspositie heeft verworven en als organisatie beter in control is’. Met ’financieel gezond’ wordt bedoeld dat Hilverzorg een eigen vermogen heeft dat stevig genoeg is om een storm te doorstaan.

Bij bedrijven, dus ook bij zorgbedrijven, wordt dat uitgedrukt in de solvabiliteit. Om de vijf aanbieders van langdurige zorg in de Vechtstreek en het Gooi te kunnen vergelijken, nemen we het solvabiliteitscijfer dat aangeeft hoe groot het eigen vermogen is ten opzichte van de totale opbrengsten in een jaar. Bij Hilverzorg waren die opbrengsten vorig jaar dik 60,6 miljoen euro en het eigen vermogen 13,5 miljoen. Dat levert een solvabiliteit op van 22,3 procent en dat is boven de in de zorgsector nagestreefde ondergrens van 20 procent. Bij de andere vier zorgbedrijven zijn die percentages 25,6 (Sherpa),28 (Vivium), 31,6 (Amaris) en 51,7 (Inovum).

Zo bezien staan alle vijf deze zorgaanbieders er dus goed voor. Ze hebben voldoende eigen vermogen om tegenslag het hoofd te bieden. Gelukkig zijn ze verstandig genoeg om zichzelf met die prettige gedachte niet in slaap te wiegen. Zo slaat de raad van bestuur van Amaris in het jaarverslag de spijker met grote precisie op zijn kop: ,,De uitgangspositie van Amaris is stabiel. Dat geldt ook de financiële situatie. Maar dat is gezien de plannen van de regering en het zorgkantoor geen blijvende garantie’’.

Als grooste ’concrete risico’s en onzekerheden’ noemt de Amaris-top: ’grote stelselherzieningen AWBZ, WMO etc.’, ’inkoopeisen zorgverzekeraars en gemeenten’ en ’vastgoedrisico’s i.v.m. scheiden wonen en zorg’. Simpel gezegd komt het erop neer dat de rijksoverheid zorgtaken afstoot en bezuinigingen doorvoert en dat de zorgbedrijven met de gebakken peren zitten. Hoe groot het weerstandsvermogen (de solvabiliteit) van een zorgbedrijf ook is, jarenlange tegenvallers en verliezen overleeft geen enkel bedrijf.

Terug nu naar de vraag of we moeten vrezen voor het voortbestaan van de langdurige-zorgaanbieders in deze regio. Nee, op dit moment niet, want ze hebben hun financiën redelijk tot goed op orde. Maar ze zullen wel heel goed op hun tellen moeten passen, want die financiële robuustheid is, om met Amaris te spreken, ’geen blijvende garantie’.

Meer nieuws uit Gooi en Eemland

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.