’Vrouwen wel één uur bezig met aankleden’

Voorzitter Liesbeth Lemckert van Historische Kring spreekt de aanwezigen toe, onder wie leden van de Larense dansgroep in streekdracht.© Foto: Bart Nouwens

Nina Menke
Eemnes

Kraplap, oorijzer en klompen. De historische kring opende zaterdag de nieuwe tentoonstelling ’Streekdrachten van Eemnes’ in Oudheidkamer Eemnes aan de Raadhuislaan.

Tot de eerste helft van de twintigste eeuw droegen Eemnessers vier verschillende soorten streekdrachten. Een eigen dracht had Eemnes niet. ,,We hebben het vermoeden dat Eemnes een vrij open dorp was en daarom meerdere drachten had. Bunschoten was meer een gesloten eenheid. Daarom hadden zij een eigen klederdracht”, zegt Livia van Eijlen van Werkgroep Streekdrachten.

Nieuwsgierig

Van Eijlen en Jos Eggenkamp stelden de expositie samen. ,,Voor de Historische Kring ging ik boerderijen af verhalen over vroeger te verzamelen. Bij mensen thuis hingen familiefoto’s. Ik zag dat vrouwen verschillende kappen droegen. Ik werd nieuwsgierig.”

De zondagse kleding van de overgrootmoeder van Eggenkamp is bewaard gebleven. Haar jurk en kap hebben een plek in één van de vitrines. Eggenkamp weet niet veel van haar. ,,Ik weet alleen dat ze krom liep.” Boven de vitrine hangen foto’s van haar dochter Monique. ,,De foto’s laten zien hoeveel lagen kleding de vrouwen droegen en in welke volgorde ze zich aankleedden.”

Klepperman

Aankleden ging vroeger niet in een paar minuten. ,,Vrouwen waren wel één uur bezig”, zegt Marijke Bierlaagh van de Larense Folkloristische Dansgroep ‘De Klepperman van Elleven’. De Larense groep is er vandaag bij om de streekdracht te showen. ,,Ze droegen wel zeven onderrokken.” Erg ‘sexy’ was de kleding vroeger niet. ,,Kuisheid boven alles hè.” Onderhemd, lange onderbroek, een lijfje, kraplap. ,,De kraplap diende als beha. Met touwtjes hield je de boel bij elkaar.” Van Eijlen: ,,De kraplap was er ook om de nek te bedekken.” Bierlaagh draagt vandaag de vierkante muts. ,,Het zit prima. Maar ik word altijd tien kilo dikker en twintig jaar ouder als ik dit draag.”

Er was speciale werkkleding en zondagse kleding. Van Eijlen: ,,Vrouwen droegen de kappen omdat het niet netjes was je haar te laten zien.” Bierlaagh is het niet eens. ,,Het was vooral om je haar te beschermen. Het werd snel vet door het hooien bijvoorbeeld. Ze douchten niet elke dag.” Vrouwen droegen niet altijd een kapje. ,,Op zon- en feestdagen en als je naar de buurvrouw ging.”

Effen kap

Als een dierbare overleed, zag je dat terug in de kleding van nabestaanden. De kap met bloemmotief verwisselden ze voor een effen kap. De jurk was zwart.” Normaal droegen ze heel opvallende kleuren. Zelfs rood.” Buitenstaanders moesten het verdriet zien. ,,Géén sieraden, géén frivoliteit. Per overleden dierbare droegen ze één jaar rouwkleding. ,,Streng hè.”

Vanaf 1920 droegen steeds minder mensen de streekdracht. ,,Mannen stopten er als eerste mee. Er was meer mobiliteit door de trein. Mensen gingen met de mode mee.” Jaap Frantsoen zag als jongetje nog een vrouw in klederdracht. ,,Bleek later de oma van mijn vrouw te zijn. Maar dat wist ik toen nog niet.”

Meer nieuws uit Gooi en Eemland

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.