Eerder dit jaar was er een in Lauwersmeer. ,,We hopen uiteraard dat we de 1000 soorten zullen halen’’, blikt Jaap Vlaanderen van Goois Natuurreservaat (GNR) vooruit.

De 1000-soortendag is geen publieksactiviteit zoals de jaarlijkse vlinder- en vogeltelling, die landelijk worden georganiseerd. De inventarisatie wordt uitgevoerd door veldbiologen, vogelaars, ecologen, en vrijwilligers van natuurclubs. Het initiatief voor de flora- en fauna-inventarisatie is afkomstig van de KNNV, vereniging voor veldbiologie en vindt zijn oorsprong in 2010, het jaar van de biodiversiteit.

Mossen tellen

Het gebied waarin geteld wordt loopt van het Laegieskamp via Gijzenveen, Cruysbergen, Franse Kampheide, Spanderswoud naar Zanderij Crailoo. ,,Eigenlijk het gebied dat loopt vanaf de hoge zandgrond naar het plasdrasgebied van het Naardermeer. Alles wordt geteld van vogels, planten, korstmossen, insecten tot paddenstoelen.’’

De 60 vrijwilligers worden verdeeld over telgroepen die zich met bepaalde soorten bezighouden. Zo richt Fred van Klaveren van KNNV zich op sprinkhanen. ,,Dat is een beetje onderbelichte soort, die naar verwachting niet al te veel te zien zal zijn, omdat het niet erg warm schijnt te worden’’, zegt Van Klaveren. Speciale sprinkhanen waar hij naar uitkijkt zijn de moerassprinkhaan, snortikker, grote sabelsprinkhaan en de knopsprinkhaan. Vlaanderen zegt dat het leuk zou zijn als de tellers een boommarter spotten.

De oorsprong van de 1000-soortendag ligt in 2010, ‘het jaar van de biodiversiteit’.