’Ze vielen niet op, maar wel in hun daden’
Om zijn ringvinger heeft Patrick de Lang de trouwring van zijn opa Barend Klaver zitten. Trots laat hij het zien. ,,Er zit zo’n mooi verhaal achter. Het zijn nu onze trouwringen. Ze pasten precies. Mijn vrouw en ik hebben er niets aan hoeven te doen.” Barend Klaver en zijn vrouw Hotske Klaver-Woudstra hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog onderduikers in huis.
Om voedsel te kunnen kopen, besloot hij de trouwring van zijn vrouw en van zichzelf te verkopen. Een stuk buikspek en boter kregen ze ervoor. ,,Na de oorlog zijn ze meteen naar de Kalverstraat gegaan om nieuwe ringen te kopen. Een heel bijzonder verhaal vind ik het.”
Verzet
Gedurende de hele oorlog hebben de grootouders van Patrick in het verzet gezeten. Tientallen joodse onderduikers hebben ze onderdak geboden. In 1981 hebben ze hiervoor het verzetsherdenkingskruis gekregen. Normaal gesproken hangt het in de woonkamer van Patrick en Ingrid, maar nu ligt het in de etalage van Boekhandel Van de Ven.
,,Ik hoorde dat de eigenaar een speciale etalage wilde inrichten. Ik heb toen aangeboden dat hij de verzetsherdenkingskruizen daarvoor mocht gebruiken. De strijders van toen geef je op deze manier een gezicht. Dat vind ik belangrijk.” De oorlog speelt een belangrijke rol in het leven van Patrick. ,,Ik heb de verhalen gehoord van mijn grootouders.
De spullen uit de oorlog die zij bewaard hebben, hebben veel waarde voor mij. Toen mijn ouders overleden, heb ik het gekregen. De kaarten die mijn opa en oma kregen met kerst van koningin Wilhelmina, bonnenboekjes. Echt van alles. Uiteindelijk ga ik het geven aan het oorlogsmuseum in Amsterdam. Dit mag namelijk niet verloren gaan.”
Impact
De oorlog heeft een grote impact op de grootouders van Patrick gehad. ,,Ze hebben toch hun leven in de waagschaal gelegd. Mijn opa is ook opgepakt, maar wist te ontsnappen. Eén van de onderduikers heeft waarschijnlijk TB gehad. Mijn oma en hun dochter kregen het ook. Hun dochter heeft het uiteindelijk niet overleefd”, vertelt Patrick. ,,Dat draag je toch je hele leven mee als ouders. Over hun verzetsdaden spraken ze niet veel.”
De opa van Patrick was brandweercommandant bij Schiphol. ,,Hij was een statige, sociale man. Tegen onrecht kon hij niet. Mijn oma was een heel rustige, sterke en ook sociale vrouw. Ze deed alles voor de medemens. Dat verklaart ook waarom ze in het verzet zat. Ze vielen niet op, maar in hun daden wel.”
,,Ik ben heel trots op wat mijn opa en oma gedaan hebben. Je had mensen die naar achter stapten, vielen of naar voren stapten tijdens de oorlog. Mijn opa en oma stapten naar voren. Ik denk dat ik ook zou doen, maar je weet het natuurlijk nooit. Zij en de andere verzetsstrijders hebben ons onze vrijheid gegeven. Dat mag nooit vergeten worden.”