OM: Contact- en locatieverbod Hans W. in zaak rond Soester woning
In een langslepend conflict over een woning aan de Wieksloterweg in Soest heeft de officier van justitie een contact- en locatieverbod geëist tegen de 51-jarige Hans W. Hij stond maandag in Utrecht terecht voor het beschadigen van een tussenmuur en het ’onttrekken’ van post van zijn buren.
De politie hield W. in juni aan nadat zijn buren zaag- en hakgeluiden hadden gehoord en aan hun kant een stuk pleisterwerk van de tussenmuur was gevallen.
Bovendien had de man in april en mei een brievenbus in zijn eigen tuin staan, met daarop het huisnummer van de buren.
Dat aangrenzende pand was vroeger zijn eigendom, maar hij raakte het huis kwijt na een conflict met de gemeente over de erfpacht. De gemeente verkocht het pand tegen zijn wil. W., die volgens justitie de nieuwe bewoners al jaren ’terroriseert’, was zich van geen kwaad bewust.
Het was zijn brievenbus voor zijn post, aldus de verdachte. „Het is toch één huis”, bleef hij van mening. In een stortvloed van woorden trok W. fel van leer tegen het onrecht dat de gemeente hem en zijn gezin aandeed. „Ze hebben mijn leven afgepakt.” Ook zijn buurman moest het ontgelden. „Hij wordt door de gemeente betaald om mijn huis bezet te houden.”
W. kwam eind augustus na 73 dagen weer vrij en van de officier hoeft hij niet meer terug naar de cel. Ze eiste een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest. Wel eist ze een contactverbod met de buren, gedurende een proeftijd van vijf jaar.
Ook zou hij zo lang niet in een gebied rond hun woning mogen komen. Wat de sanctie voor het overtreden van de verboden moest zijn, is aan de rechtbank.
W. zag de verboden niet zitten. Dat zou zijn buurman, die hem weg zou willen hebben, alleen maar in de kaart spelen. „Dan heeft hij nog meer om mij te slaan. Dan heeft hij macht over mij.” Ook zou hij door een locatieverbod niet eens meer zijn geiten kunnen voeren.
De advocaat van W. pleitte voor vrijspraak. De buren zouden geen post zijn misgelopen en was er geen bewijs dat de muur door toedoen van zijn cliënt was beschadigd. Het pleisterwerk kon ook door passerend bouwverkeer zijn gevallen.
De raadsman noemde het ’een verloren kans’ dat het O.M. er niet voor had gekozen om alle betrokken partijen het conflict te laten uitpraten.
Volgens de advocaat stond W. daar voor open.De rechtbank doet maandag 28 september uitspraak, maar voor W. was het al een uitgemaakte zaak. „Veroordeeld ben ik toch al”, meende de Soester.