Om deze gang van zaken te verklaren is een blik in het recente en verdere verleden noodzakelijk. Saïd Akchich was afgelopen seizoen trainer van OSO en maakte in het voorjaar bekend dat hij ’t Gooi zou gaan trainen. Niet veel later vertrok hij bij OSO na een hoog oplopend conflict met voorzitter René van ’t Velt. Die zou volgens Akchich hebben geëist dat hij een speler zou opstellen, wat werd ontkend door Van ’t Velt.

Er speelde duidelijk mee. Akchich afgelopen april: „Er zullen ook wat spelers van OSO met mij mee gaan en ik heb het gevoel dat als mijn overgang naar ’t Gooi er niet was geweest, dit ook niet was gebeurd.” Met de kennis van nu lijkt daar een grote kern van waarheid in te zitten.

Met name verstokte ’t Gooi-clubmensen wrijven daarnaast in hun handen in de wetenschap dat een club die in hun ogen altijd spelers heeft lopen te ronselen, nu een keer het deksel op de neus krijgt.

Nagenoeg alle spelers die de overstap maken hebben namelijk wel een binding met de geel-zwarten. ’t Gooi-voorzitter Jan Willem Hoogendoorn: „Als bestuur zijn we heel blij met deze grote en goede selectie. Het was voor ons belangrijk dat veel jongens al bij ’t Gooi hebben gespeeld in het eerste of in de jeugd. Voor veel spelers is het een soort van thuiskomen. Het proces is goed verlopen en het gaat nu om de continuïteit. We willen een goed fundament neerleggen. Bij de vrouwen was dat er al. Nu is het zaak dat ook weer bij de mannen voor elkaar te krijgen.”

En OSO? Daar begint Ronald van der Sluis voor het tweede jaar op rij aan een zware klus. De trainer pakte vorig seizoen de handschoen op bij het zaterdagteam van NVC. Nog voor de competitie begon, had hij geen team meer en was het wachten tot de stekker er uiteindelijk ging.

Overwogen om er ditmaal niet eens aan te beginnen heeft hij niet, want OSO is er wonderwel in geslaagd om toch een selectie rond te krijgen van zo’n twintig spelers, zodat er een doorstart wordt gemaakt.