Na de weigering van het gemeentebestuur om het kunstgrasdossier openbaar te maken, heeft hij de afgelopen maanden overal aan de bel getrokken.

Remkes, Plasterk en Elzinga (professor staatsrecht), lokale, regionale en landelijke media. Kort geleden nog de Nationale Ombudsman. „De druk steeds verder vergroten.”

(Lees hier: Raad Blaricum wil nu af van geheim deel BVV-dossier)

In tegenstelling tot burgemeester en wethouders vinden nu ook de fractievoorzitters van coalitiepartijen Hart voor Blaricum, De Blaricumse Partij en CDA dat het tijd is de geheimhouding op te heffen. Dat wordt in de raadsvergadering van 26 september aangekaart.

Van Rietschoten: „Voor de aanleg van de kunstgrasvelden (bijdrage gemeente Blaricum 4,5 ton) werd meervoudige aanbesteding omzeild. Schade? Misschien had een andere kunstgraslegger het voor 3,5 ton kunnen doen. Slijtage aan het in 2009 aangelegde veld had misschien voor 50.000 euro gerepareerd kunnen worden. En waarom een tweede kunstgrasveld? De bijdrage van de gemeente is vorig jaar voor de zomer helemaal voorgekookt. Let wel, ik heb niets tegen BVV, maar wel tegen bestuurders die een loopje nemen met de wetgeving.”

Heel bang

In het nu nog geheime BVV-dossier zou volgens Van Rietschoten te lezen zijn dat een ambtenaar het gemeentebestuur adviseert de koninklijke weg te bewandelen met de aanbesteding en in een juridisch advies is op risico’s gewezen.

„Ze zijn gewoon heel bang voor claims. Van kunstgrasleggers, van andere sportclubs. En verder zit er prestige achter, college-coalitie overeind houden en ons krijg je niet klein. Dualisme is in de Blaricumse politiek helemaal kapot.”

Is dit misschien de opmaat voor deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen 2018 door Peter van Rietschoten?

„Nee. Voor de woordspeling dat ik als partij honderden ’oog-leden’ zou scoren, leuk. En waarschijnlijk ben ik goed voor sowieso drie zetels, maar ik doe het niet. Mijn wereld is het niet. Oog op Blaricum(website) is mijn eigen speelveld. Daar ben ik happy mee en een factor van belang. Veel meer dan ik ooit zou zijn als raadslid.”